Historische
Waterzuivering
Een Pasveersloot wordt ook wel oxydatiesloot genoemd en is een goedkope methode om water te zuiveren. De Pasveersloot van Dreischor wordt gezien als een belangrijk industrieel monument. Van 1960 tot 2001 deed de sloot dienst als bacteriologische zuiveringsinstallatie. Deze rioolzuiveringsinstallatie werd gebouwd in opdracht van de gemeente Dreischor en op 8 februari 1960 officieel in gebruik gesteld.
De Pasveersloot is volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) de aanzet geweest tot een belangrijke nieuwe ontwikkeling op het gebied van afvalwaterzuivering en was daarmee een mijlpaal op milieugebied. Het concept vond op grote schaal navolging en leidde tot internationale bekendheid. De installatie, genoemd naar zijn ontwerper dr. ir. A. Pasveer, is volledig behouden gebleven en kan in principe nog steeds functioneren. Het bijzondere aan dit type rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) is niet zozeer dat de zuivering door bacteriën gebeurt (biologische zuivering), maar vooral het feit dat het afvalwater met daarin de zuiverende bacteriën in een ovaal circuit wordt voortgestuwd door een rotor.
De beweging, waarbij ook zuurstof wordt ingebracht, is noodzakelijk om de bacteriën te activeren. Wanneer zij zich aan het organische vuil in het water te goed hebben gedaan, stopt de rotor en staat het water lange tijd stil, zodat de volgevreten bacteriën naar de bodem zakken. Het gezuiverde water kan worden afgevoerd via een slootje naar het afwateringskanaal. Vervolgens wordt er weer afvalwater in de Pasveersloot toegevoegd. De bacteriën krijgen weer honger en het zuiveringsproces herhaalt zich eindeloos. Vuil water had twee tot drie dagen voor nodig om schoon te worden. Het gehele proces wordt vanuit het bedieningsgebouwtje automatisch gestuurd.
Naast de sloot bevindt zich een slibkelder die van de sloot is afgesloten door middel van schuiven. Wanneer de schuiven zijn geopend, kan het water de kelder binnen stromen. In het water bevinden zich slib en overtollige bacteriën. Het water in de kelder komt nagenoeg stil te staan. Daardoor kan het slib bezinken. Van tijd tot tijd wordt het slib uit de kelder naar een nabijgelegen ‘droogbed’ gepompt. Na droging wordt het slib afgevoerd en wordt het gebruikt voor bemesting van het land.
Toen de zuiveringsinstallatie van Dreischor in 2001 met pensioen ging, was het al enige tijd de oudste nog actieve rwzi in Nederland. Bovendien is deze installatie uniek omdat het een bijzonder soort is: deze Pasveersloot heeft geen aparte nabezinktank. Van de ongeveer vierhonderd rwzi’s in Nederland zijn er maar weinig van dit type. Deze rwzi is een van de eerste uitvoeringen van het type Pasveersloot. Vandaar dat er voor deze ‘basisinstallatie’ veel belangstelling bestaat, onder meer vanuit verschillende ontwikkelingslanden en zelfs uit Japan.
Het water dat nu in het circuit van de Pasveersloot stroomt, is slootwater. De rotor en andere technische voorzieningen zijn in goede staat, maar ‘draaien’ slechts af en toe.